Dekking
Het doel van iedere fokker is om de dekking te laten resulteren in een nest gezonde pups. Dat dit niet altijd zonder problemen verloopt is wel bekend. Het eerste probleem waar we mee te maken krijgen is of de teef überhaupt wel pups kan krijgen. Hierop zijn veel factoren van invloed. Het bepalen van het juiste dektijdstip is zeer belangrijk. Het is ook belangrijk dat de conditie van de geboorteweg in een dusdanige staat is om het zaad te kunnen ontvangen waardoor versmelting van de zaadcel in de eicel mogelijk is. En een innesteling in de baarmoeder tot stand kan komen.
Na kwantitatieve progesteronbepaling is duidelijk geworden wanneer de teef gedekt moet worden. Het is het beste om met de teef
naar de reu te gaan. Dominante teven laten zich soms thuis door een minder dominante reu niet dekken. Jonge teven moeten zeker de tijd krijgen om met de reu te spelen voor ze zich ter dekking
aanbieden. Onervaren reuen moeten vaak wat afgeremd worden en gestuurd worden. In hun enthousiasme proberen ze de teef in de flank of op de kop te dekken. Waardoor het sperma buiten de vagina
terecht komt. Bij een normale dekking zal de reu de vulva besnuffelen en likken en zal de teef de staart opzij houden en een sta-reflex vertonen. De reu brengt nu de nog niet gezwollen penis in
de vagina (dit is mogelijk door de aanwezigheid van een penisbotje).
Zodra de penis is ingebracht, beginnen de frictiebewegingen en komt de erectie tot stand. De twee zwellichamen aan weerszijde van de penis zwellen in de vagina enorm op. Waardoor de reu komt “vast te zitten”. Tijdens de frictiebewegingen komt gedurende 15-60 seconden spermavrije prostaatvloeistof vrij, waarna het echte sperma volgt. Daarna stapt de reu over en blijft gedurende 5-60 minuten gekoppeld staan. Tijdens de koppeling verlopen er contracties over de vagina die het sperma richting de baarmoeder en de eileiders stuwen. Indien de koppeling niet plaats vindt; omdat de reu te fors of de teef te nauw is, is het verstandig de reu toch enige tijd op de teef te houden om er zeker van te zijn dat het zaad voldoende diep in de vagina terecht komt.