Entingen

Er van uitgaande dat de teef jaarlijks geënt wordt, is het niet noodzakelijk tijdens de dracht te laten enten. Is het al langer geleden, is het verstandig de enting tussen de vierde en vijfde week van de dracht te herhalen. Indien de teef voldoende anti lichamen tegen bepaalde ziektes in het bloed heeft, worden deze via de melk op de pups overgebracht. De hoeveelheid afweerstoffen die de pups binnen krijgen met de biest nemen in de loop van een aantal weken af. Het is dan ook belangrijk de pups met zes weken hun eerste enting te geven. Ze zijn dan oud genoeg om zelf afweerstoffen te vormen.

Ontwormen

Tijdens de bronstperiode komt bij de teef een deel van de ingekapselde larven vrij en worden volwassen in de darm. Gedurende deze periode dient de teef ontwormd te worden. Hetzelfde gebeurt ongeveer tien dagen voor het werpen. Vervolgens dient deze procedure tien dagen na het werpen te worden herhaald. Een goed ontwormde teef zal haar pups niet besmetten.

Ontwormen bij de pups kan op de achtste dag reeds geschieden. De onvolwassen spoelwormen die de pups hebben meegekregen van het besmette moederdier zijn dan inmiddels volwassen geworden. Vervolgens dienen de pups tussen de vijf en zes weken ontwormd te worden. Door herbesmetting zijn er dan vaak opnieuw volwassen spoelwormen aanwezig. Bij jonge honden is het aan te raden voor de vaccinatie te ontwormen. Een ontwormde hond bouwt een betere immuniteit op. Daarna om de twee a drie maanden, indien het dier zich kan herbesmetten.